Camaro History 1970 tm 1982

1970

De tweede generatie Camaro arriveerde later dan verwacht. De 1970 Camaro werd pas 26 februari 1970 voorgesteld en werd dat jaar toch nog een succes. Nu alleen verkrijgbaar als coupe en vooral breder, lager en langer dan de eerste generatie Camaro.

De basis 6 cilinder motor had nu een inhoud van 4.1 liter met 155 pk. De Z28 was nu verkrijgbaar met de 5.7 liter grote en 360 pk sterke LT1 V8. Een sprint van 0-100 km/u wist hij af te leggen in 6 seconden en de quartermile duurde slechts 14 seconden. De sterkste motor bleef de 375 pk sterke 6.5 liter (396 ci). 1970 was een populair jaar voor de performance motoren omdat het volgende jaar de vermogens door allerlei emissiemaatregelen drastisch omlaag gingen.

De carrosserievorm van deze tweede generatie Camaro’s zou de aankomende 11 modeljaren weinig veranderen! De standaard sport coupe had de grote grille waar voorlangs de (hele) bumper liep met daaronder de langwerpige richtingaanwijzers. De Rally Sport had de korte bumpers en de ronde richtingaanwijzers tussen de koplampen en de grille. De achterlichten bestaan dit jaar uit vier ronde net als de Corvette. Het interieur kreeg een fraai rondlopend dashboard. Door de late start van de produktie (5 januari 1970) werden er van dit modeljaar “slechts” 124.901 geproduceerd.

1971

Uiterlijk weinig verschillen t.o.v. 1970 maar het interieur kreeg nieuwe hoge voorstoelen met geintegreerde hoofdsteunen. In 1970 waren de hoofdsteunen nog verstelbaar. De grootste verschillen in 1971 waren te zien onder de motorkap. Door een verlaging van de compressie daalde het vermogen natuurlijk ook. Deze maatregel was door GM genomen om de motoren op (bijna)loodvrije benzine te laten lopen. Door een staking van ruim twee maanden, de dalende vraag naar dit soort auto’s en de enorm gestegen verzekeringspremies voor high performance auto’s daalde de produktie naar 114.630 Camaro’s. Er gingen zelfs geruchten dat het na 1972 afgelopen zou zijn voor de Camaro! Gelukkig weten we wel beter.

1972

1972 was een heel slecht jaar voor de Camaro vooral toen bleek dat na een staking van de UAW (United Auto Workers) in Ohio van maar liefst 5 maanden ook nog eens 1.100 Camaro’s gesloopt konden worden omdat ze niet voldeden aan de nieuwe veiligheids- en emissie eisen die waren ingegaan tijdens de staking. Zij waren al gebouwd voor het uitbreken van de staking en stonden op voorraad bij de fabriek. 68.651 Camaro’s werden er dat jaar slechts gebouwd. Geen wonder dat men van de Camaro af wilde. 1972 was het laatste jaar van het SS model en de Z/28 heette nu Z28 (klein detail!). Het vermogen van de motoren werd nu in netto waarden aangegeven (was bruto). De LT1 5.7 liter had bijvoorbeeld in 1971 nog 330 pk en nu 255. Door dit alles was er geen tijd (en energie) om het uiterlijk te wijzigen t.o.v. voorgaand jaar.

1973

Nieuw dit jaar was de LT (Luxury Touring) een luxe uitvoering van de Camaro. Het was geen optiepakket voor het basismodel zoals de de RS en Z28 waren. Ook nieuw dit jaar waren de schokabsorberende bumpers. Verdwenen was het SS pakket en de 6.5 liter (396 ci) V8 motor. De sterkste motor dit jaar was de 5.7 liter uit de Z28 met 245 pk. Het Z28 optiepakket was zowel verkrijgbaar op de sportcoupe als de LT. Bestelde je een LT met de Z28 optie dan kreeg je niet de gebruikelijke Z28 emblemen en bestickering. Een snelle onopvallende Camaro dus. In het interieur was de schakelpook van de automaatbak nieuw. Een gewonde rechtopstaande pook en niet meer zo’n vliegtuigachtige beugel. De verkopen stegen dit jaar naar 96.752 stuks dankzij o.a. een opleving in de ponycar markt en de komst van Ford’s niet spectaculaire Mustang II.

1974

De 1974 Camaro groeide bijna 20 centimeter in lengte door de nieuwe grotere schokabsorberende alluminium bumpers voor en achter en de schuinaflopende grille. De ronde achterlichten maakten plaats voor rechthoekige en het was het laatste jaar van de vlakke schuinaflopende achterruit. Het volgende jaar zou de Camaro de naar beneden gebogen achterruit krijgen. De basis V8 motor was een 145 pk “sterke” 5.7 liter. De 6 cilinder 4.1 liter kon slechts 100 paarden tot leven roepen.
1974 was voorlopig het laatste jaar van de Z28 (welke in 1977 zou terugkeren). Nieuw dit jaar de van 18 naar 21 galon vergrootte benzinetank, radiaalbanden als een optie en stuurbekrachtiging die nu standaard was op alle V8 Camaro’s. Ondanks de oliecrisis dat jaar werden er toch nog 151.008 Camaro’s verkocht. Het verdwijnen van andere ponycars als de Plymouth Barracuda, Dodge Challenger en de American Motors Javelin speelden natuurlijk ook mee.

1975

Opvallend dit jaar natuurlijk de nieuwe achterruit die voor een beter zicht naar achteren zorgde. Het Camaro embleem verhuisde van het midden van de grille naar een plek boven de grille en de Camaro naam verdween van de kofferbak. De Camaro naam op de voorspatborden was nu geschreven in blokletters. Door de komst van de katalysator (loodvrije benzine) kwam de vloer iets hoger te liggen aan de passagierskant van het interieur. Elektronische ontsteking (HEI) en radiaalbanden waren standaard op alle 1975 Camaro’s. Airconditioning was nu ook verkrijgbaar in een 6 cilinder Camaro. Dit jaar was er keuze uit slechts drie verschillende motoren. Een 105 pk 6 cilinder (4.1 liter) en twee V8 (5.7 liter) motoren met respectievelijk 145 en 155 pk. Tja , het was allang niet meer wat het geweest was. Ondanks de afwezigheid van de Camaro Z28 werden er dit jaar toch nog 145.029 Camaro’s verkocht.
Ondanks het feit dat GM niets wilde weten van fabriekssteun aan raceteam verzorgde het toch het materiaal voor de IROC (International Race Of Champions) series. Van 1975 t/m 1989 zouden dat Camaro’s zijn.

1976

General Motors had weinig reden om de Camaro veel te veranderen omdat de verkopen nog prima waren. De LT kreeg tussen de achterlichten een aluminiumkleurige plaat om het nog meer een Luxury Touring Camaro te maken. Rembekrachtiging werd standaard op de V8 Camaro’s.
Ook dit jaar weer keuze uit drie motoren maar nu was er keuze uit een 5.0 liter (140 pk) en een 5.7 liter (165 pk) V8.
Omdat GM dit jaar een grotere vraag naar Camaro’s verwachte werd ook de fabriek in Van Nuys (Los Angeles) weer ingeschakeld voor de produktie van Camaro’s. Hier werden sinds 1970 geen Camaro’s meer geproduceerd. GM had gelijk want er werden in 1976 172.846 gebouwd.

1977

Naast het feit dat er voor het eerst meer Camaro’s als Ford Mustangs werden verkocht was het grote nieuws in 1977 wel halverwege het jaar de terugkeer van de Z28. Dit keer niet als een optie maar een apart Camaro model. Hij was voorzien van een 5.7 liter V8 die 185 pk leverde en tevens was hij voorzien van een speciale uitlaat, stabilisatoren voor en achter, speciale schokbrekers en een directere besturing. Uiterlijk natuurlijk herkenbaar aan de emblemen, striping en stickers. Tevens was de Z28 voorzien van een zwarte grille en in de carrosseriekleur gespoten bumpers, sportspiegels en 15inch vijfspakige sportvelgen.
Maar liefst 218.853 Camaro’s van het modeljaar 1977 werden er geproduceerd.

1978

Een flinke facelift kenmerkte de 1978 Camaro. De alluminium voor- en achterbumpers werden vervangen door vervormbare kunststof exemplaren die meer een geheel vormden met de carrosserie. Achter het kunststof zat de schokabsorberende bumper. Het zag er allemaal weer wat moderner uit. De achterlichtunits waren groter en liepen (bijna) tot aan de tankdop. De kentekenplaat verhuisde van een plek tussen de achterlichten naar een ruimte in de achterbumper net onder de tankdop. Voor het eerst dit jaar de verwijderbare glazen dakdelen, de T-tops. De verkopen bleven maar stijgen. 247.437 verkochte Camaro’s dit jaar.

1979

De Camaro Berlinetta verving het LT (Luxury Touring) model dit jaar en was voorzien van een smaakvolle pinstriping. De Z28 kreeg een driedelige voorspoiler en het dashboard dat sinds 1970 een beetje in een bocht liep was nu vlakker van vorm. De Rally Sport werd een speciaal Camaro model en was uitgerust met alle mogelijke opties en was tevens voorzien van opmerkelijke kleurencombinaties waarbij de brede baan over de volle breedte van de motorkap opviel. Nieuwe opties dit jaar waren o.a. CB radio, een cassette speler en een AM/FM radio met een ingebouwde klok. De drie leverbare motoren dit jaar waren de 6 cilinder 4.1. liter (250 ci) met 110 pk, de 5.0 liter V8 (305 ci) met 135 pk en de 5.7 liter (350 ci) met 170 pk. In California leverden deze motoren 5 a 10 pk minder. Er werd dit jaar een recordaantal van 282.582 Camaro’s geproduceerd waarvan er maar liefst 84.877 van het Z28 model waren.

1980

Laag benzineverbruik was het belangrijkste item dit jaar. Daarom in 1980 keuze uit andere motoren. Een lichtere economische 3.8 liter (229 ci) V6 motor met 115 pk verving de 4.1 liter 6 in lijnmotor als de basismotor. In California kreeg men de Buick V6 (231 ci). Nieuw was ook de 4.4 liter (267 ci) V8 die 120 pk leverde en de 5.0 liter (305 ci) V8 leverde nu 155 pk. In de Z28 leverde deze 5.0 liter 165 pk. Standaard was de Z28 leverbaar met de 5.7. liter (190 pk). Nieuw dit jaar was de grille met een “fijner” blokjespatroon en de snelheidsmeter ging dit jaar niet verder dan 85 mph (was 130 mph). “The maximum Camaro” de Z28 had dit jaar een nieuwe scoop op de motorkap met een opening aan de achterkant die (elektrisch) geopend werd als het gaspedaal flink werd ingetrapt. De openingen in de voorspatborden om de warme lucht van de motor af te voeren waren anders van vorm en voor de achterwielen zaten nu spatbordverbreders/verlengers. Een vinyl dak was dit jaar niet meer verkrijgbaar op de Camaro.
De recessie, een tweede oliecrisis in het Midden-Oosten en daardoor stijgende populariteit van kleinere en zuinigere auto’s had enorme gevolgen voor de Camaro verkopen. De verkopen kelderden spectaculair naar 152.005 stuks.

1981

Na twaalf jaar komt er een eind aan de tweede generatie Camaro’s. Het einde van de “road boys” noemden de Amerikanen het. Er was de afgelopen jaren veel geschreven over de tekortkomingen van de Camaro. De slechte verlichting, stoelen, hoge benzineverbruik, wegligging, kleine kofferbak etc. Het werd tijd voor een nieuwe Camaro.
In dit laatste jaar was de Rally Sport uitvoering niet meer verkrijgbaar en kon men dus alleen nog maar kiezen uit de basis Sport Coupe, de Berlinetta en de Z28. Afgezien van het nieuwe Computer Command Control motor management systeem veranderde er niet veel dit jaar. Rembekrachtiging, een nieuwe lichtere accu, nieuwe schijfremmen voor en een ruimtebesparend reservewiel waren nu standaard. Halogeen koplampen werden een nieuwe optie. Z28 kopers kregen standaard de 5.0 liter V8 en een “no cost option” was de 5.7 liter V8 maar dan wel met daaraan gekoppeld een automaatbak.
De populariteit van de Camaro daalde en de geruchten van een nieuwe Camaro deden de verkopen ook niet veel goeds. Verkopen daalden verder naar 126.139 stuks.